Tot nu toe kunnen sporters met hun meldingen terecht bij het Centrum Veilige Sport Nederland (CVSN), onderdeel van sportkoepel NOC*NSF. Alhoewel het CVSN volgens Helder met ‘veel inzet en deskundigheid’ werkt, is uit gesprekken met ervaringsdeskundigen gebleken dat het melden van misstanden zo onafhankelijk en neutraal mogelijk moet zijn. De minister brengt de taken van het CVSN daarom onder in een nieuw meldpunt, dat losstaat van NOC*NSF.
Doping en matchfixing
“Het voordeel van een opzichzelfstaand integriteitscentrum is onafhankelijkheid en daarmee een laagdrempeliger en transparanter proces van melden zonder risico op belangenverstrengeling”, schrijft de minister. Sporters kunnen bij het nieuwe centrum ook terecht met meldingen over doping en matchfixing. Helder heeft zich hierbij laten inspireren door Australië, dat meldingen over grensoverschrijdend gedrag, doping en matchfixing al heeft gebundeld in één meldpunt. Wanneer het meldpunt er precies komt, is nog niet bekend.
De minister wil ook de sporttuchtrecht aanpassen. Ze heeft geconcludeerd dat het sporttuchtrecht “niet goed toegerust is om stelselmatig grensoverschrijdend gedrag aan te pakken”. Zo was er onlangs nog kritiek op de werkwijze van het Instituut Sportrechtspraak (ISR). Turncoach Vincent Wevers werd mede vrijgesproken van grensoverschrijdend gedrag, omdat het onderzoeksdossier van het ISR niet goed genoeg was.
Kleineren en pesten
Zaken als kleineren, pesten en intimideren werden op ‘een zakelijke en juridische manier’ aangepakt, wat gevolgen had voor de betrokkenen. Volgens Conny Helder is een meer ‘menselijkere maat’ noodzakelijk. De minister wil de sportomgeving ook veiliger maken door clubtrainers en bestuurders te verplichten een verklaring omtrent het gedrag (VOG) te bezitten. Daarnaast moet elke sportvereniging een eigen vertrouwenspersoon krijgen en moeten trainers en coaches een cursus over grensoverschrijdend gedrag volgen.